Stukjes

Herinneringen

Soms, als De Toestand me aanvliegt, word ik gered door drie herinneringen. Piepkleine voorvallen die ik ben gaan beschouwen als de fijnste stukjes menselijke interactie ooit op aarde voltrokken. Ik weet niet waarom juist deze drie, maar zoek ook geen verklaringen.

Bioscoop The Movies, Amsterdam. Mijn zoon Eli is 5 en zegt tegen een student die er werkt: ‘Wat ben jij lang!’ De jongen buigt voorover, handen op de rug, en zegt langzaam: ‘Maar vooral eng.’ Hij komt omhoog, slentert weg en zegt over zijn schouder: ‘Vergeleken bij hoe eng ik ben, valt het héél erg mee hoe lang ik ben.’

New York, 2009. Moniek en ik lopen naar een Thais restaurant. We moeten onder een steiger door waar drie mannen de doorgang blokkeren. Ze nuttigen drank uit papieren zakken en een van de mannen oreert met die verbale souplesse van iedereen in New York. Hij ziet Moniek en maakt plaats met een hoffelijke buiging. ‘Ladies first. Always.’ Moniek kijkt in zijn ogen en glimlacht. Hij zegt: ‘Thank you for that smile.’

Eli en ik komen aangefietst in onze straat, Eli achterop. Er staat politie op de stoep. Eli schrikt. Terwijl ik mijn fiets op slot zet loopt hij erheen en biecht op: ‘Mijn vader heeft geen rijbewijs!’ Een agente strijkt over zijn haar. ‘Geeft niks, knul. Dank je wel.’