Stukjes

Globaal torenspits

De lp’s van Koot en Bie hoorden bij ons thuis tot de meest gekoesterde bezittingen. Wat een rijkdom. Dat Koot en Bie überhaupt bestonden, dat ze elkaar hadden gevonden op de middelbare school.

Mijn vader zei: ‘Koot en Bie is het leukste wat er is.’

Op de eerste langspeelplaat van het Simplisties Verbond staat een scène waarin Bie een interview houdt met Koot. Koot speelt een corpscommandant. Op een gegeven moment zegt hij:

‘… globaal torenspits’.

Mijn vader moest daarom lachen.

‘Wat is globaal?’ vroeg ik.

‘In het algemeen,’ zei mijn vader.

Juist ja…

In het algemeen… Torenspits!

Dat was grappig, begreep ik wel.

En nog steeds.

Maar Koot zegt geen ‘torenspits’. Hij zegt: ‘toe-ge-spitst’.

Globaal toegespitst. Dat hoorde ik kortgeleden.

Ook grappig, maar minder gelaagd. Of zoiets.

 

Deze wereld kan zoveel beter.

In ‘Monkey’s Gone to Heaven’ hoorde ik The Pixies zingen:

There was a guy

And then another guy

who controlled the sea.

Er was een man.

Maar daar gaat het niet over.

Ik heb het over een andere man, en die was baas van de zee.

Dat vond ik grappig. Maar dat zingen ze niet, ze zingen:

There was a guy

An underwater guy

who controlled the sea.

 

An *underwater* guy?

En dat zijn dan de Grote Pixies, zogenaamd.

 

Of neem Hair, hippiemusical uit de jaren zestig.

Die zingen, in ‘I got life’:

Got my feet, got my toes, got my liver.

 

Maar ik hoorde:

Got my feet

Got my soul

Got my rhythm.

 

Dat is gewoon beter.

Kom op, Hair!

Zonde. Gewoon zonde.

Deze wereld kan zo

veel

beter.